Herman Dekkers Advies,
Ir Herman F.A. Dekkers

Herman Dekkers

Ir. Herman Dekkers is in Overijssel en Flevoland secretaris van diverse gemeentelijk welstandscommissies geweest. Uit hoofde van zijn functie zag hij door de jaren heen hoe de liefde bij gemeenten voor de eigen omgeving verdween en plaats maakte voor de logica van de burger als consument van vergunningen. Van zorg voor, naar wat mogelijk is. Zo verdween de eigenheid en het respect voor de identiteit van de eigen omgeving.

 

Herman Dekkers is geboren te Hengelo (Ov) 15 augustus 1954. Na zijn studie aan de Technische Hogeschool Delft (1986) is hij als architect in Almere aan het werk gegaan. Daar werkte hij bij een groot architectenbureau aan diverse opdrachten, waaronder (sociale) woningbouw, bedrijfshuisvesting en sub tropische zwembaden. Almere, toen nog een relatief kleine plaats, wilde bekendheid vergaren en vroeg ontwerpen die spraakmakend waren. Elke kern binnen de agglomeratie Almere had zijn eigen verschijningsvorm/smaak. Na een korte overstap, bij een ander architectenbureau in het oosten van het land is Herman als zelfstandig architect, samen met een compagnon, met een eigen architectenbureau werkzaam geweest in Kampen. Daar ontwierp en realiseerde hij gebouwen door heel Nederland.

 

In 2002 is Herman overgestapt naar Het Oversticht. Een organisatie die zich bezig houdt met de ruimtelijke kwaliteit van gebieden in hoofdzakelijk het oosten van Nederland. Als secretaris van diverse welstandscommissies en later als stadsbouwmeester van een aantal gemeenten beoordeelde hij een groot aantal bouwaanvragen en bouwinitiatieven. Ook was hij in die tijd voorzitter van een monumentencommissie en van een commissie voor de beeldende kunst in de openbare ruimte. Voor de commissie beeldende kunst was het de zelf gegeven taak om kunst te organiseren binnen de gemeente welke een breed draagvlak had bij de plaatselijke bevolking. Hier is gebleken dat het samenwerken met kritische sleutelfiguren tot goede resultaten kan leiden.

 

Tijdens het werken bij het Oversticht heeft hij de overgang van een vakinhoudelijke advisering naar een advisering op basis van het gemeentelijk welstandsbeleid bewust mee gemaakt. Hoe de gemeenten worstelden met haar eigen regelgeving en de politiek de teugels liet varen. Geholpen door de centrale overheid, die vergunningsvrije bouwwerken mogelijk maakte en de plaatselijke context en regels als te belemmerend vond voor haar burgers.
De centrale overheid heeft er voor gezorgd dat gemeenten welstandsbeleid moesten opstellen. Het opgestelde beleid zou zorgen voor “ruimtelijke kwaliteit”. Doordat veel gemeenten niet van een welstandscommissie afwilden, maar ook niet aanstuurden op een richting gevende ruimtelijke kwaliteit, bleek dat het begrip “ruimtelijke kwaliteit” gekaapt was door de politiek.

 

Door een ander begrip te introduceren kon er weer vrij geadviseerd worden wat gemeenten werkelijk nodig hadden. Zo is het begrip “ruimtelijke identiteit” geïntroduceerd. Waar het “Kwaliteit” te algemeen is, is “Identiteit” juist gericht op de kwaliteit van de locatie. Hierbij kan dan de marketing aan toegevoegd worden. Vanuit deze gedachte is dit boek ontstaan.